soms wilde ik dat het gemakkelijk was om de woorden uit te spreken en dat het dan oplucht. toch bijt ik zachtjes op mijn wang. trek ik voor de achtste keer vandaag mijn armband recht. keer ik terug in mijzelf. ik ben radeloos zonder de woorden die mij bijstaan. de stilte lijkt eeuwig te duren en ik wil zo graag opkijken. ik wil opstaan vanuit de stilte. ik wil groter zijn dan hem. zijn handen verdringen met mijn stem.