ik heb niet veel te geven – we kijken elkaar in de ogen aan. lachen de waarheid weg. eerlijk duurt het langst, maar wij, wij zullen niet lang duren.
het is 8 minuten fietsen. ik kan zo naar huis – of jij slaat je armen om mij heen en ik ben er ook. kruip dichterbij. zeg mij waar ik sta. zij mij waar zij staat
– er is plek over en ik pas daar precies.
de mist hangt laag.
het is lichtgrijs – ik weet niet waar ik sta maar ik hoop jou daarin te vinden.