de koffiemok vloog met een knal tegen de ijzeren container aan. het witte aardewerk spatte uiteen op de grond. we wilde dingen breken en het voelde goed. we staarde naar de oranje container. een gevuld bierflesje in de ene hand, de wanhoop in de andere. we wilde groter zijn, sterker zijn. voor een moment hadden wij de controle. bepaalde wij wat we wel en niet mochten doen. op de binnenplaats konden we ongestoord de regels breken.
steeds vaker greep ik mis als ik koffie maakte in de ochtend. de winkels dicht, alle kopjes kapotgesmeten en iedere ochtend weer een uitdaging.