ik zou willen dat het genoeg was, januari. maar ik vind het zo lastig als je blijft. we doen zo ons best en toch blijft het lastig. het donker is te veel voor mij. ik kan mijn handen niet warmen als ze beiden koud zijn. de dagen weten niet langer hoe zij me moeten troosten. het beter is zo. januari, ik vraag je om te gaan.
Category: monthly series
ik kan geen mooier einde verzinnen, juli.
juli, ik weet niet wat ik moet zeggen. we zijn pas net over de helft. er is nog veel te helen. ik zit alleen in het park en pulk aan mijn nagels. het had zo anders kunnen zijn. ik weet niets meer. veeg mijn tranen droog. we zeggen elkaar vaarwel, maar in mijn dromen heb ik nog niet losgelaten. ik kan geen mooier einde verzinnen, juli.
ik ben dankbaar, juni
je bent weer terug, juni. ik zet mijn ramen wijd open en wil naar buiten klimmen. er zijn honderd tinten blauw. de zonnestralen. een glas rosé. mijn vrienden op fietsafstand. dit is hoe simpel het kan zijn. een perzik smelt tussen mijn vingers. de liefde is rijp. het licht blijft en wij zitten buiten. we vinden later ons weg wel. ik kan niet zonder jou, juni.
kijk mij aan, april
zie de lucht, april. de bloesem verliest zijn bladeren. het dwarrelt in de zonnestralen. de tijd gaat ook door. ik word overweldigd door een gevoel dat het goed gaat komen. ik zal voortzetten. de trap op rennen. vanaf daar kan ik de stad zien, de hoge bomen. ik was hier ooit bekend. vertel mij waar we heen gaan. kijk mij aan, april.
maart, er zit iets hoopvols in je stem
maart, er zit iets hoopvols in je stem. iets terugvinden dat je was verloren. je fluistert dat het lente wordt. een krokus naast de bushalte. nog niet afgetrapte sneakers. er schijnt licht vanachter de gordijnen. pak mijn hand vast. maart, ik ga met je mee.
januari,
we blijven elkaar weer ontmoeten, januari. ik heb pen en papier en waar één deur sluit, opent een andere, maar er staan teveel deuren open en het is te koud. mijn dromen doorweken. witte vlokken in het raamkozijn. ik hoop ieder jaar weer dat het ander is maar de leegte is terug. kauwend op mijn pen wacht ik tot het weer licht wordt. januari, ik ben vergeten hoe ik moet schrijven en wil tegen mijn vrienden zeggen dat het goed komt.
december,..
december, ik ben weer terug. er staat een straatmuzikant zijn vingers blauw te spelen. ik hoor zijn viool muziek tot aan de oliebollenkraam. hij doet zo zijn best. ik dwaal door de steegjes en weiger het verloren te noemen. de kleine gele lampjes op veilige hoogte. ze helpen ons het beste er van te maken. december, ik verlang nog altijd terug maar ik zal blijven lachen.