met het ophangen van de was vind ik stukjes van het bonnetje van de rosé die we haalde toen de zonsondergang zo mooi was. de roze kleuren van een avond op het balkon. elke nacht leg ik het sentiment op mijn nachtkastje om hem de volgende dag weer te dragen. tussen de metrohaltes vind ik de cafés en straten die we verkende en herkende. elke reflectie in het water lijkt op die van mijn ouderlijk huis. de grenzen die ik verlegde hangen aan de koelkast. ik leef met nostalgie aan mijn zijde en soms haalt ze me in, remt ze me af. vraagt me waarom ik altijd verder ga en waar ik naar op zoek ben. de bramen zijn eindelijk klaar om geplukt te worden en ze wilt dat ik terug kom. de gedachten in mijn hoofd wachten op een wederziens. vaarwel blijkt vaak een tot ziens en verder gaan kan altijd nog. dus ik kwam nog een keer langs maar de luchten waren nooit meer zo roze als aan het begin van de zomer.