Alle deuren zijn dicht. Gesloten van daar waar het lampje van de nooduitgang brand. Mijn koffieapparaat lijkt elke ochtend meer geluid te maken. De verwarmingsbuizen gloeien zacht en buiten is de wind gaan liggen. De voordeur is nog op slot, ik ben de eerste die zich waagt aan een nieuwe dag. Soms blijft de onschuld wat langer hangen en blijkt de wereld zo zacht als de schermer. We ontwaken en bewaken de wereld waarover we droomden.